Vakantie en verlof
Artikel 44 - Vakantie
- Werknemer heeft recht op 180 vakantie uren per jaar met behoud van salaris (voor de berekening van het aantal vakantiedagen per jaar wordt uitgegaan van 7,2 uur per dag). Onder salaris wordt bij de toepassing van dit artikel bedoeld het loon als bedoeld in artikel 7:610 jo 7:639 BW.
- Met ingang van 1 januari 2023 vervalt de opbouw van leeftijdsgebonden vakantie uren. Indien en voor zover een werknemer op 31 december 2022 aanspraak heeft op meer dan het in lid 1 genoemde aantal vakantie uren, dan behoudt werknemer dit hogere aantal vakantie uren per jaar. Werknemer ontvangt bij het stijgen van de leeftijd geen hoger aantal vakantie uren per jaar. In bijlage 2 is de oude regeling bijgevoegd die geldig is tot en met 31 december 2022.
- Voor de berekening van het aantal vakantie uren wordt het jaar gerekend van 1 januari tot en met 31 december en wordt uitgegaan van een 36-urige werkweek. De werknemer die deeltijd werkt heeft recht op vakantie uren naar rato van de gemiddelde contractuele arbeidsduur.
- De berekening van de opbouw van de vakantie uren geschiedt naar rato van de exacte datum van in- of uitdiensttreding in enig jaar.
- De vakantie uren dienen - met uitzondering van de vakantie uren, die het in artikel 7:634 BW bedoelde minimum te boven gaan - te worden opgenomen binnen zes maanden na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is verworven. De vakantie uren die het in artikel 7:634 BW bedoelde minimum te boven gaan verjaren vijf jaar na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is verworven.
- In afwijking van het bepaalde in lid 5, kan in onderling overleg worden overeengekomen dat vakantie uren die het in artikel 7:634 BW genoemde minimum niet te boven gaan, ook na de vervaltermijn van zes maanden kunnen worden opgenomen.
- De werknemer, die door omstandigheden buiten haar wil redelijkerwijs niet in staat is haar toekomende vakantie uren geheel of gedeeltelijk op te nemen, wordt in de gelegenheid gesteld deze alsnog, op een in overleg met de werkgever vast te stellen later tijdstip, op te nemen.
- De werknemer heeft het recht om eenmaal per jaar tenminste 21 dagen aaneengesloten vakantie op te nemen om te voorkomen dat de zaterdag voorafgaand aan de vakantie ingeroosterd wordt. Voorts zal rekening worden gehouden met de wensen van de werknemer met betrekking tot het inroosteren van de werkzaamheden aaneensluitend op de vakantie.
- De tijdstippen van aanvang en einde van de vakantie worden door de werkgever, overeenkomstig de wensen van de werknemer, vastgesteld, tenzij gewichtige redenen zich daartegen verzetten. De werknemer zal het verzoek tot verlof in beginsel uiterlijk twee weken van te voren schriftelijk indienen. Indien de werkgever niet binnen twee weken nadat de werknemer haar wensen schriftelijk aan de werkgever heeft kenbaar gemaakt, schriftelijk aan de werknemer de gewichtige redenen heeft aangevoerd, is de vakantie vastgesteld overeenkomstig de wensen van de werknemer.
- Bij het einde van de arbeidsovereenkomst wordt het saldo vakantie uren zoveel mogelijk in overleg tussen partijen gecorrigeerd binnen de opzegtermijn. Het resterende saldo wordt uitbetaald of verrekend op de eindafrekening, met inachtneming van de wettelijke bepalingen.
- Indien bij het einde van het dienstverband de niet genoten vakantie uren niet kunnen worden opgenomen, worden de desbetreffende vakantie uren vergoed door uitkering van het uur salaris, vermeerderd met vakantietoeslag, voor elk niet genoten vakantie uur.
- Werknemer heeft recht op 180 vakantie uren per jaar met behoud van salaris (voor de berekening van het aantal vakantiedagen per jaar wordt uitgegaan van 7,2 uur per dag). Onder salaris wordt bij de toepassing van dit artikel bedoeld het loon als bedoeld in artikel 7:610 jo 7:639 BW.
- Met ingang van 1 januari 2023 vervalt de opbouw van leeftijdsgebonden vakantie uren. Indien en voor zover een werknemer op 31 december 2022 aanspraak heeft op meer dan het in lid 1 genoemde aantal vakantie uren, dan behoudt werknemer dit hogere aantal vakantie uren per jaar. Werknemer ontvangt bij het stijgen van de leeftijd geen hoger aantal vakantie uren per jaar. In bijlage 2 is de oude regeling bijgevoegd die geldig is tot en met 31 december 2022.
- Voor de berekening van het aantal vakantie uren wordt het jaar gerekend van 1 januari tot en met 31 december en wordt uitgegaan van een 36-urige werkweek. De werknemer die deeltijd werkt heeft recht op vakantie uren naar rato van de gemiddelde contractuele arbeidsduur.
- De berekening van de opbouw van de vakantie uren geschiedt naar rato van de exacte datum van in- of uitdiensttreding in enig jaar.
- De vakantie uren dienen - met uitzondering van de vakantie uren, die het in artikel 7:634 BW bedoelde minimum te boven gaan - te worden opgenomen binnen zes maanden na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is verworven. De vakantie uren die het in artikel 7:634 BW bedoelde minimum te boven gaan verjaren vijf jaar na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is verworven.
- In afwijking van het bepaalde in lid 5, kan in onderling overleg worden overeengekomen dat vakantie uren die het in artikel 7:634 BW genoemde minimum niet te boven gaan, ook na de vervaltermijn van zes maanden kunnen worden opgenomen.
- De werknemer, die door omstandigheden buiten haar wil redelijkerwijs niet in staat is haar toekomende vakantie uren geheel of gedeeltelijk op te nemen, wordt in de gelegenheid gesteld deze alsnog, op een in overleg met de werkgever vast te stellen later tijdstip, op te nemen.
- De werknemer heeft het recht om eenmaal per jaar tenminste 21 dagen aaneengesloten vakantie op te nemen om te voorkomen dat de zaterdag voorafgaand aan de vakantie ingeroosterd wordt. Voorts zal rekening worden gehouden met de wensen van de werknemer met betrekking tot het inroosteren van de werkzaamheden aaneensluitend op de vakantie.
- De tijdstippen van aanvang en einde van de vakantie worden door de werkgever, overeenkomstig de wensen van de werknemer, vastgesteld, tenzij gewichtige redenen zich daartegen verzetten. De werknemer zal het verzoek tot verlof in beginsel uiterlijk twee weken van te voren schriftelijk indienen. Indien de werkgever niet binnen twee weken nadat de werknemer haar wensen schriftelijk aan de werkgever heeft kenbaar gemaakt, schriftelijk aan de werknemer de gewichtige redenen heeft aangevoerd, is de vakantie vastgesteld overeenkomstig de wensen van de werknemer.
- Bij het einde van de arbeidsovereenkomst wordt het saldo vakantie uren zoveel mogelijk in overleg tussen partijen gecorrigeerd binnen de opzegtermijn. Het resterende saldo wordt uitbetaald of verrekend op de eindafrekening, met inachtneming van de wettelijke bepalingen.
- Indien bij het einde van het dienstverband de niet genoten vakantie uren niet kunnen worden opgenomen, worden de desbetreffende vakantie uren vergoed door uitkering van het uur salaris, vermeerderd met vakantietoeslag, voor elk niet genoten vakantie uur.
Artikel 45 - Bijzonder verlof
- Het bepaalde in dit artikel geldt als minimumregeling, waarvan het de werkgever vrij staat naar boven af te wijken ten gunste van de werknemer.
- Geregistreerd partnerschap wordt gelijk gesteld met het huwelijk.
- Indien de werknemer op de desbetreffende dag of dagen ongeacht het aantal uren arbeid zou moeten verrichten, wordt bijzonder verlof met behoud van salaris verleend volgens de navolgende systematiek:
Huwelijk werknemer
Maximale periode: 3 dagen
Bijzonderheden: Dag van de huwelijksvoltrekking en de twee dagen daarna voor zover dit op dagen valt waarop werknemer werkzaamheden dient te verrichten.
Huwelijk van bloed- en aanverwanten in de 1e en 2e graad
Maximale periode: 1 dag
Bijzonderheden: Dag van de huwelijksvoltrekking voor zover werknemer op deze dag werkzaamheden dient te verrichten.
Overlijden relatiepartner, bloed- en aanverwanten in de 1e graad, broer en zus
Maximale periode: 1 week
Bijzonderheden: Eenmaal de gemiddelde contractuele arbeidsduur per week op te nemen in de periode tussen de dag van het overlijden en de dag van de begrafenis of crematie.
Rouwverlof van de werknemer in verband met het overlijden van de relatiepartner of 1e graad bloed- en aanverwant van de werknemer
Maximale periode: 1 week
Bijzonderheden: Eenmaal de gemiddelde contractuele arbeidsduur per week na de dag van de begrafenis of crematie.
Overlijden van bloed- en aanverwanten in de 2e graad, niet zijnde broer of zus
Maximale periode: 1 dag
Bijzonderheden: Dag van de begrafenis of crematie voor zover dit op een dag valt waarop werknemer werkzaamheden dient te verrichten. Het verlof is drie dagen, indien de werknemer is belast met het regelen van de begrafenis of crematie van bloed- en aanverwanten in de 2e graad.
Het 25-, 40- , 50-, 60-, 70-jarige huwelijksjubileum van de werknemer en bloedverwanten in de 1e graad
Maximale periode: 1 dag
Verhuizing
Maximale periode: 1 dag
Bijzonderheden: Maximaal 1 dag per periode van 365 dagen.
Noodzakelijke medische behandeling
Maximale periode: De benodigde tijd
Bijzonderheden: Gedurende de daarvoor benodigde tijd indien de werknemer de daarvoor dichtstbijzijnde hulpverlener heeft geconsulteerd (tenzij doorverwezen wordt naar een verder afgelegen hulpverlener). De parttime werknemer dient zoveel mogelijk in eigen tijd de (noodzakelijke) medische behandeling te ondergaan.
Voor het door leden van een werknemersorganisaties volgen van scholing en vormingscursussen op vakbondsinstituten
Maximale periode: Eén cursus van maximaal 3 dagen per jaar
Bijzonderheden: Maximum van 3 leden per apotheek, behoudens bijzondere omstandigheden zulks ter beoordeling van de werkgever.
- De graad van bloedverwantschap wordt bepaald door het aantal geboorten, die de bloedverwantschap hebben veroorzaakt. Hierbij telt een erkenning, een wettiging of een adoptie als geboorte. Door huwelijk of geregistreerd partnerschap ontstaat tussen de ene partner en een bloedverwant van de andere partner aanverwantschap in dezelfde graad als er bloedverwantschap bestaat tussen de andere partner en diens bloedverwant. In onderstaand schema worden de graden van bloed- en aanverwantschap overzichtelijk uitgebeeld:
1e graad
Moeder, vader, dochter en zoon
2e graad
Grootmoeder, grootvader, zus, broer, kleindochter en kleinzoon
3e graad
Tante, oom, nicht en neef
Artikel 46 - Geboorteverlof
- De werknemer heeft recht op eenmaal de gemiddelde contractuele arbeidsduur per week aan betaald verlof indien de relatiepartner van werknemer, of degene van wie de werknemer het kind heeft erkend, is bevallen van een kind. Dit verlof dient binnen vier weken na de geboorte van het kind te worden opgenomen.
- Ingeval het geboorteverlof is opgenomen heeft de werknemer die in aanmerking komt voor het verlof in lid 1, recht op aanvullend geboorteverlof gedurende vijfmaal de gemiddelde contractuele arbeidsduur per week. Hier bestaat alleen recht op als het geboorteverlof tijdig is opgenomen. Het aanvullend geboorteverlof dient binnen zes maanden na de geboorte opgenomen te worden. Werkgever vult bij kinderen geboren op of na 1 juli 2022 de wettelijke uitkering aan tot 100% van het bruto maandsalaris met volledige pensioenopbouw over de gemiddelde contractuele arbeidsduur.
- De werknemer heeft recht op eenmaal de gemiddelde contractuele arbeidsduur per week aan betaald verlof indien de relatiepartner van werknemer, of degene van wie de werknemer het kind heeft erkend, is bevallen van een kind. Dit verlof dient binnen vier weken na de geboorte van het kind te worden opgenomen.
- In geval het geboorteverlof is opgenomen heeft de werknemer die in aanmerking komt voor het verlof in lid 1, recht op aanvullend geboorteverlof gedurende vijfmaal de gemiddelde contractuele arbeidsduur per week. Hier bestaat alleen recht op als het geboorteverlof tijdig is opgenomen. Het aanvullend geboorteverlof dient binnen zes maanden na de geboorte opgenomen te worden. Werkgever vult bij kinderen geboren op of na 1 juli 2022 de wettelijke uitkering aan tot 100% van het bruto maandsalaris met volledige pensioenopbouw over de gemiddelde contractuele arbeidsduur.
Artikel 47 - Adoptie- en pleegzorgverlof
- De werknemer heeft recht op tienmaal de gemiddelde contractuele arbeidsduur per week aan betaald verlof indien werknemer een kind adopteert of langdurig (volledig en meer dan één jaar) in pleegzorg krijgt. Werkgever vult de wettelijke uitkering aan tot 100% van het bruto maandsalaris met volledige pensioenopbouw over de gemiddelde contractuele arbeidsduur. Het recht is opgebouwd uit zesmaal de gemiddelde contractuele arbeidsduur per week (basis recht) en viermaal de gemiddelde contractuele arbeidsduur per week (aanvullend recht).
- Het verlof moet worden opgenomen tussen vier weken voor de datum waarop het kind in het gezin komt en tweeëntwintig weken na de komst van het kind
Artikel 48 - Kortdurend zorgverlof
Indien de werknemer op de desbetreffende dag of dagen arbeid zou moeten verrichten, wordt verlof met behoud van salaris verleend voor de noodzakelijke verzorging door de werknemer zelf in verband met ziekte van de relatiepartner, bloed- en aanverwanten in de 1e en 2e graad, een kind van de relatiepartner, pleegkinderen en pleegouders, degene die (zonder dat er sprake is van een arbeidsrelatie) deel uitmaakt van de huishouding van de werknemer of degene met wie de werknemer anderszins een sociale relatie heeft voor zover de te verlenen verzorging rechtstreeks voortvloeit uit die relatie en redelijkerwijs door de werknemer moet worden verleend, gedurende tweemaal de gemiddelde contractuele arbeidsduur per week in een periode van één jaar.
Artikel 49 - Vakbondsverlof voor vakbondsactiviteiten
- De vakbondsactiviteiten worden uitgevoerd door maximaal honderd kaderleden, bestaande uit leden van de FNV en het CNV.
- Indien een werknemer als kaderlid van een werknemersorganisatie waarvan werknemer lid is, vakbondsactiviteiten verricht, waaronder het bijwonen van cao-overleggen, pensioen-overleggen en eigen kadervergaderingen, krijgt de werknemer hiervoor de benodigde tijd als bijzonder verlof als bedoeld in artikel 45 lid 3. De vakbondsactiviteiten mogen de normale voortgang van het bedrijf niet schaden.
- Voor de cao-onderhandelingen wordt een delegatie samengesteld bestaande uit vijf kaderleden: drie van de FNV en twee van het CNV. In uitzonderingsgevallen, zoals wanneer de onderhandelingen zich in de afrondende fase bevinden, behouden de vakbonden zich het recht voor om -voorafgaand aan het bereiken van een akkoord- overleg te voeren met alle kaderleden. Dit om een zorgvuldig afgestemde besluitvorming te waarborgen.
- Er worden jaarlijks zes reguliere kadervergaderingen van de vakbonden gehouden. Van deze vergaderingen vinden er vier online plaats en twee fysiek. De fysieke vergaderingen duren een volledige dag, waarbij ook tijd wordt gereserveerd voor eventuele uitloop in de avond. De online vergaderingen duren maximaal drie uur. Bij de fysieke vergaderingen tijdens de reguliere openingstijden van de apotheek is de aanwezigheid beperkt tot maximaal één kaderlid per apotheek, tenzij vakbonden en werkgever anders overeenkomen.
- Voor deelname aan kadervergaderingen als bedoeld in lid 4 ontvangen kaderleden loondoorbetaling op basis van de daadwerkelijk bestede tijd, inclusief reistijd, ook als de deelname plaatsvindt buiten de werktijd van het kaderlid. Deze uren worden vergoed ongeacht de arbeidsduur. Voor uitloop in de avond of voor activiteiten die in de avond of op zon- of feestdagen plaatsvinden geldt geen toeslag. De uren tellen niet als meerwerk als bedoeld in artikel 25 of als overwerk als bedoeld in artikel 26. Het kaderlid dient een declaratie in bij zijn of haar werkgever binnen één maand nadat de bijeenkomst heeft plaatsgevonden. Deelname aan de bijeenkomsten is op eigen risico van de werknemer. De vakbonden houden bij de bijeenkomsten toezicht op een verantwoorde inzet van de kaderleden, met inachtneming van de Arbeidstijdenwet en de belastbaarheid van de betrokken werknemers.
- De werkgever kan de kosten voor de loondoorbetaling als bedoeld in lid 5 en de gemaakte roosteruren als bedoeld in lid 2 declareren bij de Stichting Bedrijfsfonds Apotheken (SBA). Reeds vergoedde kosten, zoals vacatiegelden, worden buiten beschouwing gelaten.
- Overgangsbepaling: de bepalingen in de artikel treden in werking per 1 september 2025. Voor de periode 1 juli 2024 tot 1 september 2025 geldt dat kaderleden een vergoeding kunnen ontvangen voor de tijd die zij in deze periode hebben besteed aan het bijwonen van de (formele en informele) cao-overleggen en veiligheidsoverleggen met cao-partijen, incl. reistijd. Dit omvat ook de tijd dat de kaderleden niet feitelijk aan het overleg deelnamen, maar daartoe wel aanwezig waren op de locatie van het overleg. Het geldt ook voor de sporadisch keer dat een kaderlid online heeft deelgenomen aan een cao-overleg of veiligheidsoverleg. Het betreft een vergoeding ter hoogte van het uurloon ten tijden van het indienen van de declaratie . Deze vergoeding geldt uitdrukkelijk niet als loon in de zin van de arbeidsovereenkomst. Over deze vergoeding worden geen pensioenpremies afgedragen, en de betreffende uren geven geen recht op vakantiegeld of opbouw van vakantie-uren. Het kaderlid heeft enkel aanspraak op de vergoeding voor zover de deelname aan de overleggen niet plaatsvond onder bijzonder verlof als bedoeld in lid 2 waarvoor het kaderlid normaal loon van de werkgever heeft ontvangen. Om aanspraak te maken op de vergoeding moet het kaderlid de declaratie over de periode 1 juli 2024 tot 1 september 2025 uiterlijk 30 november 2025 hebben ingediend bij de werkgever. Vervolgens kan de werkgever de kosten declareren bij de SBA. De werkgever declareert de kosten uiterlijk 31 januari 2026 bij de SBA. Het al dan niet declareren van de kosten door de werkgever bij de SBA doet geen afbreuk aan de aanspraak van de het kaderlid op de vergoeding. Werkgever noch de cao-partijen zijn aansprakelijk voor enig vorm van nadeel dat het kaderlid ondervindt van het ontvangen van een vergoeding als bedoeld in dit lid 10. Indien het kaderlid wettelijk verplicht is tot enige vorm van afdracht, zoals belasting, over het te ontvangen bedrag, dan komt dat voor risico en rekening van het kaderlid.